Goed beschouwd heeft het moderne Amerika maar zo’n 300 jaar geschiedenis. Geschiedenis die wordt gekoesterd. Want een lange ontwikkeling heeft het land weliswaar niet doorgemaakt, er is in die tijd wel veel gebeurd. En ook al praten we slechts over drie eeuwen historie (en slechts zo’n 240 jaar als onafhankelijke staat), Amerika is wel de oudste democratie ter wereld.
Korte geschiedenis van Amerika
De eerste kolonisten die zich aan de oostkust van Noord-Amerika vestigden, waren Fransen, Engelsen en Nederlanders. De eerste Nederlandse vestiging werd in 1614 gesticht aan de monding van de Hudson; Nieuw-Amsterdam (op het eiland Manhattan) volgde in 1626. In 1664 ging de Nederlandse kolonie verloren aan de Engelsen.
De Engelse koloniën in Noord-Amerika kwamen in 1774 in opstand tegen het moederland en in 1776 werd de onafhankelijkheid uitgeroepen. Nederland was, na Frankrijk, het tweede land dat de ‘Verenigde Staten van Amerika’ erkende (1782), wat tot op de dag van vandaag nog steeds bijdraagt aan de bijzondere vriendschapsband tussen Amerika en Nederland.
Van 1860 tot 1865 woedde de Burgeroorlog tussen het agrarische zuiden, waar slaven een groot economisch belang vormden, en het geïndustrialiseerde noorden. Het zuiden werd verslagen, waarna in het gehele land de slavernij werd afgeschaft. Het federale karakter van de Unie werd versterkt.
Na decennia van zelfverkozen afzijdigheid van de ontwikkelingen in Europa koos de VS in 1917, de laatste fase van de Eerste Wereldoorlog, militair de zijde van het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. De Amerikaanse steun was van doorslaggevende invloed. De VS was daarmee een wereldmacht geworden, maar keerde na afloop van de oorlog terug naar een beleid van afzijdigheid. Amerika werd geen lid van de Volkenbond en voerde een politiek van isolationisme. Wel nam de transatlantische handel snel toe.
De Tweede Wereldoorlog en Amerika
Eind jaren ’30, begin jaren ’40 raakte het internationale machtsevenwicht met de opkomst van Nazi-Duitsland en bondgenoten wederom ernstig verstoord, waardoor de VS uiteindelijk niet afzijdig kon blijven. De Japanse aanval op Pearl Harbor en de daarop volgende Duitse oorlogsverklaring brachten de VS tot rechtstreekse deelname aan de Tweede Wereldoorlog.
De naoorlogse Amerikaanse politiek was gericht op economisch herstel van West-Europa en Japan, alsmede op blijvende nauwe betrekkingen met die delen van de wereld, en op inperking van de communistische invloed (‘Truman-doctrine’). Om het hoofd te bieden aan toenemende Sovjet-druk op West-Europa werd in 1949 de NAVO opgericht als gemeenschappelijke veiligheidsstructuur.
Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991, waarna de VS overbleef als enige supermacht, is deze veiligheidsstructuur intact gebleven. Met het aantreden van de regering van George W. Bush werd een nieuwe conservatieve koers ingeslagen ten opzichte van de Clinton-jaren. Dit werd versterkt door de aanslagen van 11 september 2001, welke voor Amerikanen uitermate traumatisch zijn gebleken. Terrorismebestrijding, aanpak van ‘rogue states’ en bestrijding proliferatie van massavernietigingswapens bepaalden sindsdien vrijwel compromisloos de binnen- en buitenlandse agenda’s. In verband met de presidentsverkiezingen in november 2004 werd ook de binnenlandse economische situatie politiek van cruciaal belang.
Amerika in het hier en nu
Met het aantreden van de regering Obama in 2008 werd weer een meer gematigerder koers gevaren. De missie in Irak is officieel beëindigd, maar aan de andere kant gaan steeds meer Amerikaanse troepen naar Afghanistan. De binnenlandse problemen krijgen nu ook weer aandacht. De Amerikaanse economie staat er in 2010 nog steeds bar slecht voor en Barack Obama heeft deze tot een van zijn speerpunten gemaakt. Ook wordt weer toenadering tot het Midden-Oosten gezocht. Amerika probeert zich te herpakken en een nieuwe rol in het snel veranderende wereldtoneel te zoeken.